Herbezinning noodzakelijk op Nederlandse energiesector

bezinning-285x300donderdag 14 mei 2009 18:59

Wanneer de Staten van Noord-Brabant voet bij stuk houden en de verkoop van aandelen Essent niet doorgaat, ontstaat er een nieuw moment van bezinning over de richting van de Nederlandse energiepolitiek. Noord-Brabant maakt de juiste afweging: een Nederlandse energiebedrijf wordt niet verkocht, wanneer dit betekent dat politieke controle over duurzame energieproductie, prijsvorming en leveringszekerheid wordt weggegeven. Er dient een herbezinning te komen op de Nederlandse energiepolitiek, nu de vooronderstellingen onder de splitsingswet op drijfzand gebaseerd blijken en het Europese en mondiale speelveld in hoog tempo veranderen. Daarom moet Den Haag de regie in handen nemen en zich bezinnen op haar sturende rol.

Nederland liep in 2007 voorop met het aanvaarden van de splitsingswet, ervan uitgaande dat andere Europese landen zouden volgen. Netbeheer en energieproductie worden in afzonderlijke bedrijven ondergebracht. Energieproductie en prijsvorming komt in handen van grote marktpartijen. Maar andere Europese landen hebben dit voorbeeld niet gevolgd. De Europese Commissie geeft inmiddels ruimte aan een andere interpretatie van de splitsing van energiebedrijven. Duitse en Franse energiebedrijven zijn helemaal niet van plan zichzelf op te splitsen en prooi te worden in een Europese overnamestrijd. Alleen Nederlandse energiebedrijven hebben zich in die positie gebracht. Geen wonder dat vrijwel de gehele Nederlandse energiesector nu opgeslokt wordt door grote Europese bedrijven. België is ons hierin al voorgegaan. België kan hiermee geen energiepolitiek meer voeren in eigen land. Dat voorbeeld moeten we niet willen volgen. Nederland is een belangrijk energieproducent en –distributeur. Nederland heeft ambities als het gaat om klimaat- en duurzaamheidsdoelstellingen Het zou vreemd zijn als wij nauwelijks nog regie kunnen voeren over onze eigen energiesector.

Den Haag is te snel geweest in het doordrukken van de splitsingswet. De argumenten die destijds gehanteerd werden, blijken nu drijfzand te zijn. Grootschaligheid levert niet per definitie voordelen, en ook geen betere prijs voor de consument. Er bestonden destijds grote twijfels over de wenselijkheid van de splitsing. De Tweede Kamer heeft uitgesproken dat gesplitste bedrijven niet door ongesplitste zouden moeten worden overgenomen. De Eerste Kamer heeft instemming afhankelijk willen maken van de beoogde Europese ontwikkelingen, die er dus niet zijn gekomen. Het is tijd voor herbezinning. Hoe willen we in Nederland met onze energievoorziening omspringen? Waarom niet alsnog toewerken naar een stevige marktleider in Nederland op energiegebied? Wat is de beste weg om de transitie naar duurzame energie als overheid te sturen? Hebben we niet een nationale energiesector nodig om opwekking van nieuwe energie met eigen zon, wind, water, warmtekrachtkoppeling en restwarmte te realiseren? Zijn we nog een gesprekspartner in internationale fora over duurzaamheid als we geen invloed meer hebben op duurzaamheidsdoelstellingen van energiebedrijven?

Een besluit tot vervreemding van de eigen energiesector moet beter worden afgewogen tegen de risico's die afhankelijkheid van buitenlandse ondernemingen opleveren. Dat kan niet een besluit zijn van Provinciale Staten of de vele gemeenten die nu – veelal met pijn in de buik - over hun aandelenpakket beslissen. Het besluit in Noord-Brabant kan wel het begin zijn van een nieuwe bezinning, waarbij de minister van Economische Zaken de regie moet nemen. Essent zou de rol van Nederlandse marktleider in combinatie met een of meerdere energiemaatschappijen op zich moeten nemen. Wat er ook moet gebeuren met de splitsingswet: laten we toewerken naar een nationale energiepolitiek, om op deze manier Nederlandse publieke belangen zelf te kunnen waarborgen.

Dit zal ook van het Nederlandse parlement vragen dat ze inzet op herijking van bestaande wetgeving. Alle kaarten zullen gezet moeten worden op nieuwe wetgeving waarin duurzame energie voorrang krijgt. Laten we opnieuw vaststellen wat echt in Nederlandse handen moet blijven. Ook het netwerkbeheer moet per slot van rekening verder toekomstbestendig worden gemaakt. Een Rijksoverheid die aandeelhouder is van de netwerkbedrijven, is daarbij het meest effectief.


- Roel Kuiper, Eerste Kamerlid ChristenUnie

- Hermen Vreugdenhil, fractievoorzitter ChristenUnie-SGP Statenfractie Noord-Brabant

« Terug

Archief > 2009 > mei

Geen berichten gevonden