Bijdrage debat onderzoek aanbesteding openbaar vervoer Noord-Brabant.

vrijdag 30 maart 2007 22:46

Aanbesteden is een vak! En aanbesteding van het openbaar vervoer is misschien wel een vak apart. Onze fractie wil de onderzoekscommissie dan ook danken voor het onderzoek en de transparantie die dit biedt op het proces van aanbesteding van het OV zoals weergeven in het onderzoeksrapport.

Onze fractie hecht er groot belang aan onze beoordeling van de aanbesteding te plaatsen in de context waarbinnen het geheel zich heeft afgespeeld. Uitgebreid de tijd nemen om terug te kijken is makkelijker dan in een snelkookpan te moeten opereren zoals GS moest, met een Statencommissie die niet tevreden was over de kwaliteit van de toenmalige concessiehouder, met de druk van goed georganiseerde chauffeurs die niet afgeremd leken te worden in hun actiebereidheid en een PS die haar kaderstellende rol onvoldoende oppakte. Dat we in een dergelijk proces als mensen steken laten vallen is inherent aan de gebrokenheid waarin we leven. Het feit dat de commissie zelf óók niet binnen haar eigen planning heeft gewerkt mag dit nog maar eens extra illustreren.

Het feitenrelaas van de onderzoekscommissie is indrukwekkend en geeft een helder beeld van het proces. Toch kan onze fractie zich niet aan de indruk onttrekken dat, mede gezien het heldere feitenrelaas, de commissie zich geremd heeft gevoeld in het trekken van scherpe conclusies.

Een goed aanbestedingsproces start met een heldere hoofdlijnennotitie waarin de keuzes voor overlegstructuur (zowel intern als extern), kaderstelling door PS, de keuze voor de techniek van de aanbesteding en de juridische ondersteuning van het proces worden uiteengezet en gewogen en beslist.
Ik constateer dat het proces zoals hier gevolgd werd meer het karakter had van learning on the job. PS liet het stellen van kaders vooraf achterwege, de mogelijkheden in de techniek van Europees aanbesteden, met name waar het gaat om het creëren van overlegmomenten, en een heldere risicoanalyse, zowel procesmatig als juridisch ontbraken volledig. En vanaf dat moment begint het hele proces zijn eigen dynamiek te krijgen en verdwijnt te regie bij het provinciebestuur. De commissie constateert zelfs dat GS door de ambtelijke organisatie buitenspel is gezet.

Een heel belangrijk momentum wat speelde tijdens het opstarten van de eerste aanbesteding wordt door zowel GS als overigens ook ps gemist. In de wet personenvervoer 2000 was de verplichting opgenomen de wet binnen vijf jaar na inwerkingtreding te evalueren. Medio 2005 zijn dan ook twee evaluaties verschenen: een functionele en doelmatigheidstoets en een juridisch-technische toetsing van de wet. Deze mondden uit in het kabinetsstandpunt evaluatie wet personenvervoer 2000 van 8 december 2005.
Bij bestudering door de provincie van deze onderzoeken zouden een aantal vragen die tijdens het proces van aanbesteden opspeelden van een passend overwegingskader zijn voorzien.
Mijn vraag aan GS is dan ook: kent GS deze evaluatie en zoja, hoe heeft GS deze informatie ingebracht in het aanbestedingsproces?

Een ander cruciaal punt in aanbestedingen als deze is het opstellen van een programma van eisen. Hierbij is het van groot belang die te ontlenen aan door PS vastgestelde kaders. Nu werd parallel aan het aanbestedingsproces stug doorgewerkt aan een OV-visie en later het Pvvp. Het pve verwerd zo tot een kader voor de kaderstelling.
GS heeft niet de kans gegrepen om in dit stadium te komen tot een breed gedragen, ook door vervoerders gedragen pve. Een kapitale misser in het hele aanbestedingsproces. Voor de toekomst verwijs ik dan ook naar mogelijkheden binnen Europees aanbestedingsrecht als marktconsultatie, concurrentiegerichte dialoog en procedures met pre-selectie.
Mijn vraag aan GS: Waarom heeft GS deze mogelijke overlegmomenten met vervoerders niet benut en zo geïnvesteerd in relaties?

Dan volgt het gunningsproces. Voor de beantwoording van de vraag of door GS tijdig, juist en adequaat is gehandeld, geplaatst in de context waarbinnen het proces zich heeft afgespeeld zit hier voor onze fractie het key-point.
Onze fractie verbaast zich over het feit dat GS verrast is door bezwaar procedures.
In wp2000 en in de evaluatie van de wet wordt specifiek stilgestaan bij de eigen handhaving binnen een aanbestedingscyclus. Binnen de centrale ordening middels aanbestedingen en concessies worden marktpartijen geacht zelf een actieve rol te nemen bij het bevorderen van de juiste naleving van de aanbestedingsregels door de concessieverlener. Sterker nog, bij het bewaken van de eerlijke mededinging is het essentieel dat marktpartijen beroep aantekenen, indien zij (vinden) schade ondervinden van valse concurrentie. Hierbij kan gedacht worden aan het schenden van de aanbestedingsregels.
Een bestuur dat overvallen wordt wanneer marktpartijen hiervan gebruik maken en hier in het hele proces zowel qua planning als juridische invulling niet adequaat op voorbereidt is heeft ons inziens niet de regie in handen.

Vervolgens wordt de concessie op 4 juni verleend. Van de problemen ten aanzien van de verlening wordt noch de commissie, noch PS op de hoogte gesteld. Dit ware te verdedigen indien GS het juridisch instrumentarium adequaat zou hebben toegepast waardoor bij onderuitgaan van de gunning door de rechter de gunning aan de tweede partij zou worden toegekend. Indien GS deze juridische stappen in het proces zou hebben ingebouwd zou het een bijzonder gunningsproces zijn geweest maar meer ook niet.

Maar uit het feitenrelaas constateren wij dat GS geen enkele actie onderneemt. Dit terwijl er voldoende signalen waren dat conexxion haar bieding niet gestand zou doen, de gunning niet ondertekend retour kwam, bussen niet besteld werden en de provincie al een inschatting gemaakt had van haar kansen bij het CBb.

Het feit dat GS 4 oktober typeert als ‘schok en omslagpunt’ terwijl al vanaf 4 juni de brieven zijn geopend en de bezwaren van conexxion bekend zijn, verbaasd ons ten zeerste. Pas vanaf dat moment pakt GS haar bestuurlijke rol weer op. Dit gevoegd bij de constatering dat GS op verschillende momenten door de ambtelijke top buitenspel is gezet is toch wel ernstig! De constatering van de commissie dat GS in deze periode niet uitblonk in flexibiliteit en slagvaardigheid mag een eufemisme heten. In onze ogen heeft GS op dit punt niet tijdig gehandeld, niet juist gehandeld, volstrekt niet adequaat gehandeld.

Ik kom toe aan de conclusies van de commissie;
Eén overall-conclusie staat als een huis. Partijen investeerden niet in elkaars positie waardoor feedback ontbrak, alles juridisch werd en er hakken in het zand stonden waardoor oplossingsrichtingen werden uitgesloten.

Onze fractie is ten aanzien van de conclusie op de tweede onderzoeksvraag echter van mening dat, gezien het onderzochte aanbestedingstraject, de provincie Noord-Brabant (op dit moment) onvoldoende toegerust is voor het uitvoeren van omvangrijke aanbestedingen in een grote maatschappelijke context. Dit geldt wat ons betreft het ambtelijk apparaat, het college van GS maar ook PS. Gezien de opeenstapeling van missers, zowel procesmatig als planningstechnisch, het onvoldoende benutten van kansen binnen een aanbestedingstraject, het ontbreken van een afdoende risicoanalyse en risicomanagement en het ontbreken van een helder kader, worden gestelde beleidsdoelstellingen onvoldoende gerealiseerd. Wij dienen dan ook een amendement in om het nieuwe college van Gedeputeerde Staten de opdracht te geven tot nader onderzoek betreffende het proces van aanbesteden, teneinde te komen tot een eenduidige provinciale aanbestedingsprocedure met bijbehorend handboek bestek- en concessievoorwaarden.

GS hebben in een moeilijk proces onder hoge tijdsdruk moeten opereren. Tijdens dit proces had er op een groot aantal onderdelen wat onze fractie betreft beter gehandeld kunnen worden.
Vooralsnog moeten wij echter ten aanzien van de tijdsspanne tussen 4 juni en 4 oktober concluderen dat hier niet juist, niet tijdig en niet adequaat door GS is gehandeld. Tevens moeten wij concluderen dat GS PS in deze periode onvoldoende heeft geïnformeerd.
Voor de weging van de conclusie tav het optreden van GS wacht ik de beantwoording van de door ons en andere fracties gestelde vragen door GS af.

De aanbevelingen zoals gedaan door de commissie vallen onze fractie tegen.
Een combinatie van open deuren (betere planning en nakomen van afspraken), reeds in gang gezette processen (implementatie sturen met kaders) en niet concreet gemaakte aanbevelingen (relaties met externe partijen).

De aanbeveling tot herbezinning op de directe koppeling tussen bestuursrecht en aanbestedingsrecht wordt door ons niet gedeeld. Zoals al eerder aangegeven is in wp2000 bewust gekozen voor eigen handhaving binnen de aanbestedingscyclus ter bewaking van de eerlijke mededinging. Aantekenen van bezwaar door marktpartijen is in dat systeem essentieel. Pas als er helemaal geen bezwaar aangetekend wordt moeten bij u alle alarmbellen gaan rinkelen.
Dat bij dergelijke aanbestedingen zowel publiek- als privaatrecht van toepassing is mag voor een goed geëquipeerde provincie toch geen probleem zijn. Voor juristen zijn dit juist de krenten in de pap. Dat je als publiek lichaam onder het regime van de AWB valt en daarmee aan scherpere zorgvuldigheidseisen moet voldoen mag voor ons toch geen verbazing opleveren. Ik stel u dan ook voor om deze aanbeveling niet over te nemen.

Ik dank de commissie voor het rapport en wacht de beantwoording van GS af.

Hermen Vreugdenhil, Statenlid ChristenUnie-SGP Noord-Brabant

« Terug

Archief > 2007 > maart

Geen berichten gevonden